Fons Magazine, editie 18 - pagina 20 t.e.m. 23
Eind november ga ik op bezoek in de bibliotheek van Herentals om te zien wat zij doen voor de "Voorleesweek" (een initiatief van Iedereen Leest). Toen ik door de 18de editie van Fons bladerde, zag ik dat Iris Vansteelandt en Silke Vanparys (beiden werkzaam binnen de onderzoeksgroep 'Taal, leren, innoveren' van UGent) een artikel hadden geschreven over hoe je interactief lezen kunt integreren in de klas. Als voorbereiding op de "Voorleesweek" leek dit mij zeer interessant.
Wat verstaat men precies onder interactief voorlezen? Wel, interactief voorlezen is een manier van voorlezen waarbij je kinderen of leerlingen doelgericht betrekt bij de teksten die je voorleest. Het kan om verschillende teksten gaan; van prentenboeken tot krantenknipsels tot zelfs brieven. Het allerbelangrijkste bij deze methode van voorlezen is de interactie tussen verteller en luisteraar. Er moet een wisselwerking van gedachten ontstaan.
Interactief voorlezen brengt ook een hoop voordelen met zich mee. De belangrijkste daarvan zijn:
De taalontwikkeling van de leerlingen wordt gestimuleerd. Hieronder verstaan we de woordenschat van de leerlingen, de lees- en luistervaardigheid, zowel in gesproken als geschreven taal (en het verband daartussen);
De leerlingen ontwikkelen hun sociale en emotionele vaardigheden;
De fantasie wordt gestimuleerd;
Er wordt leesplezier gekweekt.
Een interactief voorleesmoment wordt gekenmerkt door drie belangrijke fasen. Allereerst is er de fase voor het voorlezen, waarbij de leerlingen worden voorbereid op het doel van de tekst. De titel en de kaft kan hierbij besproken worden. Moeilijke woorden die de leerlingen nodig hebben om de tekst te begrijpen kunnen in deze fase verduidelijkt worden. Er kan gevraagd worden naar de verwachtingen van de tekst. In deze fase is het vooral belangrijk dat we de leerlingen prikkelen. Daarna komt de fase tijdens het voorlezen, waarbij we in gesprek gaan met de leerlingen over wat we lezen. Ook tijdens deze fase is het belangrijk om je leerlingen te blijven observeren, op deze manier wordt iedereen zo actief mogelijk betrokken bij het luisteren. Dit is het uitgelezen moment om verbanden te zoeken tussen de tekst en de leefwereld van de leerlingen en moeilijke woorden te duiden. De moeilijkheid van deze fase ligt hem in het evenwicht baren tussen de flow van de tekst en de inbreng van de leerlingen. Hou vast aan waar je naartoe wil met je tekst. Als laatste is er de fase na het voorlezen, waar veel leerkrachten niet genoeg tijd voor uitrekken of simpelweg overslaan. De nabespreking van een tekst is misschien wel het interessantste deel aan voorlezen! We maken tijd om dieper in te gaan op de inhoud, te spreken over emoties die de tekst opwekt en de thema's die erin worden verwerkt. We leggen verbanden met de actualiteit of met de eigen leefwereld. Kortom, er zijn tientallen verschillende manieren om reflecteren. Het is evenzeer de moment om na te gaan om de leerlingen. de inhoud van de tekst goed begrepen hebben, of ze de nieuwe woordenschat op de juiste manier hebben verwerkt en wat er voor hen is bijgebleven.
Ik som graag de belangrijkste kenmerken van interactief voorlezen voor jullie op:
Bespreek de eigenschappen van het boek;
Stel open vragen om zo de kinderen zelf te laten nadenken over wat ze zien en horen;
Help de leerlingen door extra vragen te stellen en tips te geven. Laat ze zelf tot conclusies en inzichten komen, maar ondersteun wanneer het wat te moeilijk wordt;
Ga dieper in op de inhoud en illustraties van de tekst. Denk na over wat je graag wil benadrukken in de tekst, en geef hier eventueel verduidelijking bij;
Sta stil bij nieuwe woorden en uitdrukkingen;
Geef positieve feedback en moedig de leerlingen aan. Zo motiveer je hen om het woord te nemen, en hun inzichten te delen met de rest van de klas;
Gebruik de tekst om de kinderen zelf te laten vertellen en leg linken met hun eigen leefwereld. Door dit te doen zullen leerlingen meteen veel geïnteresseerder zijn in de teksten, en zullen ze ook vlotter hun bevindingen delen met de rest.
Door deze tips van Vansteelandt en Vanparys kreeg ik een goede houvast van waarop ik moet letten bij het organiseren van een interactief voorleesmoment. Ik ben er ook van overtuigd dat het een manier is om de lessen op een fijne manier te doen afwisselen, maar nog steeds met enorm veel oog voor lees- en taalgroei. Door dit te verwerken in mijn eigen lessen, hoop ik ook leerlingen meer plezier te doen beleven aan lezen. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je leerlingen kan doen inzien dat lezen niet per se een opgave hoeft te zijn, we al een heel eind gekomen zijn.
Hoe staan jullie tegenover het organiseren van een interactief voorleesmoment?
Comments