Fons Magazine, editie 17 - pagina 30 t.e.m. 31
Voor Nederlands Vakdidactiek 2 moesten we recent een schrijfoefening uitwerken voor onze leerlingen. De focus lag niet op de oefening zelf, wel op de evaluatie ervan. Toch wilde ik ook in de oefening voldoende tijd steken, om bij mezelf te checken of ik ertoe in staat was een engagerende taak te bedenken waarbij de leerlingen hun creatief ei kwijt konden. Dit leek echter moeilijker dan gepland; ik viel al snel terug op de stereotiepe oefening met de sollicitatiebrief... Het bedenken van een goede creatieve schrijfoefening vraagt een goede voorbereiding om veel verschillende vlakken. Het artikel van de vorige editie van Fons sprak mij daarom enorm aan, omdat het goede richtlijnen geeft in hoe we onze leerlingen creatiever aan de slag kunnen laten gaan.
Er zijn een hele hoop voordelen verbonden aan creatief schrijven. Zo zorgt het ervoor dat leerlingen sneller verhalen leren begrijpen, hun verbeeldingskracht wordt gestimuleerd en ze leren sneller achterhalen wat het beoogde doel van verschillende teksten is. Nu rest de vraag: Hoe introduceer je creatief schrijven het best bij leerlingen? Maarten Van Der Meulen, docent communicatieve vaardigheden aan de Technische Universiteit van Delft, stelt volgend driestappenplan voor: verzin karakter, maak een plot en schrijven maar.
De eerste stap is het ontwikkelen van verschillende karakters. Maarten onderscheidt hierin primaire, secundaire en tertiaire personages. Primaire karakters zijn mensen waarvan je alles wil weten, ze zijn de hoofdrolspelers in je verhaal. Secundaire karakters vergelijkt hij met die ene teamgenoot waarmee je in de sportclub zit, maar die je niet buiten de sportomgeving ziet. Tertiaire karakters hebben geen actieve rol in je verhaallijn, ze spelen eerder een bijrolletje. Om ervoor te zorgen dat jouw karakters in de smaak vallen bij je lezers, kan je volgende vier belangrijke strategieën toepassen:
Zorg ervoor dat je lezers zich herkennen in jouw karakters;
Laat je karakters zich ontwikkelen in de loop van het verhaal;
Voorzie je karakters van een specifiek kenmerken;
Schrijf vanuit de ik-vorm.
Nu je jouw personages tot leven hebt geroepen, is het tijd om een plot te maken. Hoe begin je hier juist aan? Hiervoor doet Maarten beroep op het stappenplan van Christopher Booker. De eerste stap naar een goed plot is het beschrijven van jouw plot in één zin. Vervolgens werk je het plot uit tot 5 verhaalstappen. In iedere stap beschrijf je jouw scène in steekwoorden, kaart je aan welke personages betrokken zijn in de scène en de manier waarop zij reageren op de gebeurtenissen die plaatsvinden in jouw scène. Tot slot neem je al jouw scènes samen, en verwerk je ze tot een verhaal.
Je hebt nu jouw basisscènes uitgewerkt. De belangrijkste en laatste stap, is het schrijven en herschrijven van jouw verhaal. Ervaren de leerlingen moeite met het beginnen van schrijven, raad hen dan aan om één van hun primaire karakters als uitgangspunt te nemen en hen volgende opdracht te laten doen: ze moeten hun karakter op een specifieke locatie plaatsen (deze kan je op voorhand voorzien, of je kan hen deze locatie zelf laten bedenken) en in 15 minuten een korte scène uitschrijven waarin we kennismaken met dat personage. Als deze oefening af is, dring je erop aan deze tekst binnen enkele dagen te herschrijven. Laat hen telkens één specifiek aspect van de tekst aanpassen, zodat de taak van herschrijven niet te overweldigend wordt.
De manier waarop Maarten zijn leerlingen aan de slag laat gaan met creatief schrijven lijkt mij super interessant om toe te passen in de klas. Persoonlijk vind ik dat we leerlingen niet vaak genoeg in contact laten komen met creatief schrijven, waarschijnlijk omdat dit soort oefeningen veel tijd in beslag neemt. Niet elke leerling heeft evenveel fantasie, of kan even snel creatief omspringen met dit soort oefeningen. Hierdoor kiezen veel leerkrachten ervoor om dit soort oefeningen aanzienlijk in te korten, of ze gewoon volledig te vermijden. Dit is een jammere zaak, omdat dit net de manier bij uitstek is om de verbeelding van leerlingen aan te spreken. Ik ben van plan om een manier uit te werken, waarbij mijn toekomstige leerlingen een heel jaar lang creatief aan de slag zullen kunnen met taal. Door een grotere opdracht te voorzien die over langere tijd gespreid is, kunnen leerlingen groeien doorheen het jaar en deze tactiek meerdere keren toepassen om hier vloeiender in te worden. Net zoals met alles, ben ik ervan overtuigd dat ook creatief schrijven gewoon veel oefening vraagt. Door hen op deze manier met dit soort oefeningen te laten omgaan, worden ze hier ongetwijfeld sterker in.
Comments